Praktijk Examen

  • Facebook

Praktijk Examen

Een examenaanvraag wordt in overleg met je rijinstructeur gedaan. Je examen kan alleen worden aangevraagd als je in het bezit bent van je theorie certificaat. Sinds enige tijd is het mogelijk om een faalangstexamen te doen. Lees hier meer daarover. Het praktijkexamen kost € 230,–. Dit is met een uur voorbereiding vooraf inbegrepen. (Bij de pakketten B en C is dit inclusief) Vraag naar de (extra) kosten voor een faalangstexamen. Voor aanvang van het examen moet je het volgende overhandigen aan de examinator: een wettelijk toegestaan, geldig identiteitsbewijs; als je een Tussentijdse Toets ( TTT ) hebt gedaan, hiervan het gele uitslagformulier. (Download PDF)

Als de reservering is gemaakt door de rijschool wordt er via de e-mail een oproep verstuurd als je e-mail adres bekend is. Hier staat op wanneer je het examen kunt doen en wat je mee moet nemen, zoals hierboven beschreven. Je mag deze oproep printen, maar je instructeur neemt je oproepkaart ook mee. Het praktijkexamen kan beginnen nadat er een ogentest is gedaan. Je moet daarvoor een kenteken van een stilstaande auto kunnen lezen op een afstand van ongeveer 25 meter. Dan worden er een paar vragen gesteld over de auto. De zogenoemde voorbereidings- en controlehandelingen. Als je een vrijstelling hebt behaald voor je bijzondere manoeuvres bij de TTT dan worden de vragen over geslagen. Steekproefsgewijs wordt er gekeken naar de werking van verlichting, richtingaan wijzers en remlichten. Als dit in orde is kan de rit beginnen die dan ongeveer 35 à 40 minuten duurt. Een deel van de rit rijd je zonder aanwijzingen van de examinator, dit is het ‘zelfstandig route rijden’. Er zijn drie manieren waarop dat uitgevoerd kan worden. De examinator kiest welke.

Dit kunnen zijn:

Zelfstandig rijden
Het zelfstandig rijden heeft niet als doel op zich het bereiken van het opgegeven punt, maar de manier waarop je de verkeerstaak uitvoert. Dit onderdeel duurt tien tot vijftien minuten.

Coördinatiepunt
Je moet bij dit onderdeel naar een oriëntatiepunt rijden dat niet vooraf vastligt, maar dat je wel kent, óf kunt zien.

Clusteropdracht
Ook dit onderdeel is maar een gedeelte van de route. Je krijgt minimaal drie en maximaal vijf opdrachten in één keer. Dit zijn dus links/rechts opdrachten of het aangeven van een richting bij een herkenningspunt. Bijvoorbeeld: het parkeerterrein rechtsaf, bij de rotonde driekwart en dan bij de kerk rechts. Ook aanwijzingen op de blauwe ANWB-borden kunnen gebruikt worden. Deze opdracht kan een aantal keren gegeven worden. Dus het is net alsof je de weg vraagt.

Navigatiesysteem
Ook hier is weer het bereiken van het opgegeven punt geen doel op zich, maar de manier waarop. Je moet zelf het navigatiesysteem kunnen bedienen. In het nieuwe rijexamen komen naast de bekende bijzondere verrichtingen ook bijzondere manoeuvres voor. Dit kunnen er drie zijn: de omkeeropdracht, de parkeeropdracht en de stopopdracht. Als je een Tussentijdse Toets hebt gedaan en je een vrijstelling voor je bijzondere manoeuvres hebt behaald, hoef je bij het 1e praktijkexamen de bijzondere manoeuvres niet te doen. Als je een herexamen doet dan moet je wel bijzondere manoeuvres doen ook al heb je eerder een TTT gedaan.

Bijzondere manoeuvres

Omkeeropdracht
Al rijdende krijg je te horen dat je de weg die je rijdt in tegenovergestelde richting moet gaan volgen. Dit kan je doen door een halve draai, steken of een bocht achteruit. Je moet zelf laten zien dat je door een goede inschatting tot een veilige en adequate oplossing komt.

Parkeeropdracht
Ook kan de examinator kiezen voor een parkeeropdracht in een straat of op een parkeerterrein. De bedoeling is dat je zelfstandig en veilig zo dicht mogelijk bij de opgegeven locatie parkeert. Bijvoorbeeld bij een ingang van een winkelcentrum. Jij bepaalt hoe je de parkeeropdracht uitvoert. Dit kan door vooruit in file te parkeren, achteruit in file te parkeren, vooruit in een vak te parkeren of achteruit in een vak te parkeren.

Stopopdracht
Ook een stopopdracht behoort tot de mogelijke opdrachten die een examinator kan geven. Bij de stopopdracht is het de bedoeling dat je zo dicht mogelijk achter een voertuig stopt om dan weer vooruitrijdend aan het verkeer te gaan deelnemen. Dat kan zowel links als rechts van de rijbaan. Hiermee laat je zien dat je een juiste inschatting hebt van de lengte van de voorkant van de auto.
De examinator kiest twee van deze opdrachten, ook kan hij steekproefsgewijs de hellingproef laten uitvoeren. Bij de uitvoering van de bijzondere manoeuvres is niet alleen het technische aspect belangrijk. Er wordt ook gelet op de keuzes die daaraan vooraf gaan, zoals de plaats, het moment en de wijze waarop je de opdracht uitvoert.

Situatiebevraging
Bij dit onderdeel word je na uitvoering van een verkeerssituatie gevraagd waarom jij dat op die manier hebt gedaan. Wat of hoe heb je de situatie opgelost en welke afwegingen heb je hierbij gemaakt? Er wordt altijd even gestopt bij dit onderdeel. Het bespreken van een verkeerssituatie heeft overigens helemaal niets te maken met het wel of niet goed uitvoeren van de verkeerstaak.

Zelfreflectie
Een ander nieuw onderdeel is zelfreflectie. Van tevoren vul je een zelfreflectie formulier » Download PDF in. Dit formulier moet je gesloten geven aan de examinator bij het begin van het examen. Deze bekijkt de antwoorden pas ná de examenuitslag en bespreekt samen met jou de antwoorden. Van belang hierbij is dat je een realistisch beeld geeft van je eigen capaciteiten en beperkingen als automobilist. Zelfreflectie heeft als doel om het gedrag van de aspirant rijbewijsbezitter op een positieve manier te beïnvloeden.

Ook milieubewust rijgedrag komt naar voren in het nieuwe rijexamen. Voor een beter milieu is het belangrijk dat automobilisten milieubewust autorijden, dus volgens de principes van Het Nieuwe Rijden. Milieubewust rijgedrag wordt in het vernieuwde rijexamen als een afzonderlijk item beoordeeld. Hierbij wordt vooral gekeken naar het anticiperend rijgedrag, zoals het rijden met een constante snelheid en het maximaal gebruikmaken van het rollend vermogen van de auto. Dit draagt niet alleen bij aan vermindering van het brandstofgebruik, het heeft ook een positieve invloed op veilig rijgedrag. En het kost je uiteindelijk minder geld. Aan dit onderwerp wordt ook in het vernieuwde theorie-examen extra aandacht besteed.

De uitslag
Na afloop van de rit vertelt de examinator in het examencentrum direct je uitslag. Als je bent geslaagd bespreekt de examinator het zelfreflectieformulier met je en wordt je Verklaring van Rijvaardigheid en Geschiktheid geregistreerd. De gemeente van je woonplaats kan zo vaststellen of je bent geslaagd voor het examen. Vervolgens kun je bij het gemeentehuis je rijbewijs (tot een jaar na slagen) aanvragen.

Wanneer je bent gezakt, licht de examinator toe welke onderdelen onvoldoende waren. Deze punten zijn belangrijk voor je vervolglessen. Daarna bespreekt de examinator het zelfreflectieformulier ook nog even met je.